Toeristenbelasting verschuldigd?

Als specialist op het gebied van de Heffing Lagere Overheden heb ik de financiële lastendruk van de gemeente sedert 1987 uitsluitend zien toenemen. Niet alleen worden steeds meer heffingen bedacht, ook de tarieven zijn links en rechts enorm gestegen. De pijngrens wordt daarmee zeer nadrukkelijk overschreden. Ook in mijn vorige column schreef ik hier reeds over. Toen ging het over het feit dat Recreatiewoningen ten onrechte als niet-woningen werden aangemerkt, waarmee de eigenaren-aanslagen tegen een te hoog tarief werden opgelegd en aanslagen vanwege het feitelijk gebruik, vanwege het van toepassing zijn van de woondelenvrijstelling ten onrechte niet waren vervallen.
Zo’n zelfde pijnpunt zit voor de recreatiesector in de Toeristenbelasting. De tarieven plegen periodiek te stijgen, maar zijn we die heffing eigenlijk wel verschuldigd? De gemeentelijke verordeningen lopen erg uiteen maar er valt wel een trend in waar te nemen. Soms wordt geheven op basis van een forfait, soms heeft de belastingplichtige daarbij de mogelijkheid om het forfait juist niet te gebruiken en de maatstaf van heffing toe te passen die overeenkomst met de werkelijkheid. Het tarief wordt daarbij soms bepaald op een vast bedrag per persoon per nacht. Daarentegen komen ook percentages van de omzet voor, zo onder andere in de gemeente Amsterdam. Vast beleid was daarbij jarenlang dat het tarief werd geheven over de kale overnachtingsvergoeding. In oktober 2013 werd plotseling aangekondigd dat met ingang van 2014 ook Toeristenbelasting zou moeten worden geheven over de opbrengst van bijvoorbeeld douchemunten, het verbruik van elektriciteit en voor het verbruik van water. Natuurlijk bestaat de bevoegdheid voor de toekomst af te gaan wijken van het jarenlang gevoerde beleid. Een behoorlijke wetstoepassing brengt met zich mee dat dit eerst per 2015 kon en niet per de door de gemeente beoogde ingangsdatum 2014. Wie heeft bovendien de bevoegdheid tot een dergelijke beleidswijziging. Niet de heffingsambtenaren doch naar mijn stellige overtuiging is uitsluitend de Raad hiertoe bevoegd. Indien dat niet is gebeurd leidt dit tot onverbindendheid van de verordening. De aanslag heeft dan geen wettelijke basis en verdwijnt van tafel. Scheelt weer een slok op een borrel in deze donkere dagen van kerst.
In september van dit jaar kondigde de gemeente aan dat ook Toeristenbelasting moest worden betaald over reserveringskosten en zelfs de kosten van het ontbijt (tenzij dit separaat in rekening word gebracht). Het besluit zou nu zijn genomen door het college van B&W. Dit is nog steeds niet de Raad. Voor de komende tijd valt er derhalve ook op dit terrein nog veel werk te verrichten.