Toeristenbelasting en forfaitaire heffing
Naar aanleiding van mijn publicaties over te realiseren besparingen op de door de gemeentes opgelegde Woz-aanslagen, de aanslagen toeristen – en/of forensenbelasting word ik de laatste maanden meerdere keren per week benaderd met vragen op dit gebied. Enerzijds door de als maar stijgende tarieven, doch anderzijds ook de economische crisis komen de aanslagen duidelijk boven de pijngrens te liggen en weten de belastingplichtige de weg naar mij te vinden. Gelukkig niet zelden zonder succes.
In mijn eigen praktijk kwam ik recentelijk weer zo’n prachtig voorbeeld tegen van een gerealiseerde besparing van bijna € 100.000 op het gebied van de Toeristenbelasting. Een besparing van bijna €100.000 op het gebied van de Toeristenbelasting, hoor ik u denken, dat is toch te mooi om waar te zijn. Ik kan u verzekeren het was echt waar. Laat ik u meenemen in de casus.
De gemeente nodigde de belastingplichtige jaarlijks uit het totale aantal overnachtingen op te geven. De belastingplichtige voldeed keurig aan deze verplichting en kreeg op basis van het aantal overnachtingen en het daarbij behorende tarief jaarlijks aanslagen opgelegd van circa € 56.000. Nimmer had de belastingplichtige zich daarbij verdiept in het systeem van de verordening. Bestudering van de verordening leerde dat de aanslagen niet opgelegd moesten worden op basis van het totale aantal overnachtingen maal het daarbij behorende tarief doch op basis van de in de verordening opgenomen forfaitaire regeling. Toepassing van die regeling resulteerde in aanslagen van afgerond € 22.500 per jaar. Dat scheelt werkelijk een slok op een borrel. De gemeente sputterde eerst nog behoorlijk tegen, want het daadwerkelijke aantal overnachtingen was toch bekend zo beweerde men. Op zich was dat juist, doch het staat niet aan de toepassing van de in de verordening opgenomen forfaitaire regeling in de weg. In een recentelijke uitspraak van 5 februari 2021 van de Rechtbank Noord-Nederland werd deze door mij verdedigde viste nog weer eens bevestigd. Niet alleen de betreffende aanslag, waar bezwaar tegen werd gemaakt werd met inachtneming daarvan verminderd, doch ook het verzoek om de over de afgelopen 3 jaren opgelegde aanslagen te verminderen werd keurig netjes gehonoreerd. Voor de ondernemer in kwestie bespaarde ik daarmee een bedrag van bijna € 100.000. U kunt zich ongetwijfeld voorstellen dat je daar dankbare cliënten aan over houdt.
Bijkomend voordeel is dat jaarlijks bepaald kan worden of wel of niet een beroep gedaan gaat worden op de toepassing van de forfaitaire regeling. Is het aantal overnachtingen in enig jaar bijvoorbeeld door de invloed van de Corona-perikelen aanmerkelijk lager dan waarmee op grond van de forfaitaire regeling rekening gehouden moet worden dan doe je in dat jaar gewoon aangifte op basis van het werkelijke aantal overnachtingen.