Platteland op gesprek bij ministerie LNV
Leegloop, vergrijzing, verpaupering en steeds meer ruimte voor criminaliteit, terwijl een vitaal platteland juist onmisbaar is voor de grote steden en een leefbaar en welvarend Nederland. Dat was het centrale thema van het congres ‘Dynamische Steden en Vitale Regio’s’ in het Akoesticum te Ede. Bij aanvang van het congres werd een op een deur gespijkerd manifest overhandigd aan Jan-Kees Goet, secretaris-generaal van het ministerie LNV, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De initiatiefnemers kregen van hem een uitnodiging: “Ik kijk er naar uit om samen te werken.” De 12 stellingen in het manifest duiden op de vele kansen die nieuwe verbindingen tussen stad en platteland bieden en hoe deze kansen benut kunnen worden. Daarvoor zijn vernieuwingen, innovaties en experimenten nodig. Ondernemers en andere initiatiefnemers lopen dan vaak vast ‘in het systeem’ en de bijbehorende regelgeving. Zo kost het wijzigen van een bestemmingsplan gemiddeld 7 tot 10 jaar. Erik Droogh, directeur van Leisurelands en een van de initiatiefnemers van het congres: “De partijen die actief zijn op het platteland, van boeren, grondbezitters, natuurbeheerders tot en met recreatiebedrijven, moeten af van het verkokerde denken, een gezamenlijk visie ontwikkelen en gaan samenwerken. Als de overheid dan wat kan loslaten gaat dat zeker lukken.” Mede-initiatiefnemer Hans Huijbers, voorzitter van ZLTO: “Er is verweving nodig. In plaats van functiescheiding.”
Tijdens het goed bezochte congres met een diversiteit aan bestuurders, ondernemers en kennisinstellingen presenteerden diverse sprekers hun visie. Zo benadrukte de Eindhovense burgemeester John Jorritsma dat zijn stad niet zonder het platteland kan, mede gezien het enorme aantal expats dat jaarlijks in de regio landt: “Je komt langzamerhand terecht in een straal van 40 tot 50 kilometer rond de stad. Het gaat dus niet alleen meer om de stad.” Berno Strootman, Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving, gaf onder andere aan dat de Nationale Omgevingsvisie, de lange termijnvisie van het Rijk over leefomgeving in Nederland, nog steeds sectoraal en probleemgestuurd wordt opgesteld: “Het is beter om na te denken over in welk land wij over 20 jaar willen wonen.”
Ellen van Selm, burgemeester van Opsterland en voorzitter van de P10-gemeenten, de organisatie van de inmiddels 17 grote plattelandsgemeenten, reikte bouwstenen aan voor de samenwerking tussen stad en platteland en gaf diverse voorbeelden van kleine dorpskernen die zichzelf, ondanks sluiting van zwembaden en scholen, met eigen initiatieven van inwoners zich uitstekend redden: “Als gemeente gaan we steeds meer een faciliterende rol spelen.” Jos Vranken, directeur NBTC, Nederlands Bureau Toerisme en Congressen, gaf het belang van de toeristische sector aan. We gaan hier van 16 miljoen bezoekers in 2015 naar 24 miljoen bezoekers in 2030. Dankzij de toenemende druk op de infrastructuur ontstaat urgentie en komen de problemen op de agenda. “Dat is mooi, want dan kan gelijk aandacht worden besteed aan de kansen die dit biedt, ook voor wat betreft de spreiding van de toeristen. Een dynamisch platteland kan hiervan profiteren.” Klik hier voor meer informatie.
Fotobijschrift: LNV secretaris Jan-Kees Goet (rechts op de foto) neemt het manifest in ontvangst van initiatiefnemers Erik Droogh (links) en Hans Huijbers (midden). Foto: Marianne Nieuwenhuijsen.