Moet bouwgrond voor een woning als woning worden aangemerkt?
In het kader van het realiseren van belastingbesparingen heb ik in deze column regelmatig aandacht besteed aan de woning/ niet-woning problematiek. Vanwege het verschil in heffing kan dit tenslotte een forse slok op een borrel schelen. Ik heb daarbij voortdurend betoogd dat als een object als een woning wordt aangemerkt dat dan uitsluitend een aanslag vanwege de eigendom tegen het lage tarief volgt, terwijl bij een niet-woning het veel hogere eigendomstarief niet-woningen van toepassing is en in die situatie bovendien een aanslag van wege het feitelijk gebruik wordt opgelegd. Het hoeft geen betoog waar dan de voorkeur van belastingplichtigen naar uitgaat.
In mijn praktijk op het gebied van de Heffingen Lagere Overheden werd ik recentelijk benaderd met de vraag: hoe het dan zit met een perceel grond bestemd voor woningbouw. Op het perceel grond zouden veel woonhuizen gebouwd gaan worden doch op de waardepeildatum waren totaal nog geen bouwactiviteiten te bespeuren. De gemeente had in de betreffende situatie het perceel bouwgrond aangemerkt als niet-woning en dus een aanslag opgelegd tegen het hoge tarief en bovendien een aanslag opgelegd vanwege het feitelijk gebruik. Voor de fiscale fijnproever derhalve best een interessante casus om je eens in te verdiepen.
In mijn beleving gaat het te ver een perceel bouwgrond waarop de bouwactiviteiten nog moeten aanvangen aan te merken als woning. Ik ontleen deze visie aan het arrest van de Hoge Raad van 21 januari 2022. In dat arrest heeft de Hoge Raad overwogen dat ingevolge het bepaalde in de wet het woningentarief van toepassing is indien de vastgestelde waarde in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Volgens de wetsgeschiedenis behoren daartoe ook de woningen in aanbouw en de leegstaande objecten met woonbestemming. Percelen grond waarop de woningbouw nog moet aanvangen kunnen hier naar mijn smaak niet toegerekend worden. Een besparing vilt in mijn optiek in die situatie dan ook niet te realiseren. Het benadrukt wel het belang met de planning van bouwactiviteiten hier rekening mee te houden.
In dien u naar aanleiding van deze column nog vragen of opmerkingen heeft bel dan naar Hans de Willigen 06-15851402 of mail naar hans@dewilligenadvies.nl