Formule-1 liefhebbers leveren bijna €60 mln op
Het raceweekend van de Formule 1 maakt van Zandvoort voor eventjes een van de drukstbezochte plekken van Nederland. Dat gaat gepaard met een flinke financiële injectie in de lokale economie, maar daar profiteert niet iedereen van. Het is bovendien de vraag hoe lang Zandvoort nog op de racekalender blijft.
De koningsklasse van de autosport, de Formule 1, doet dit weekend Zandvoort aan. De Dutch Grand Prix is met afstand het meest indrukwekkende en groots opgezette sportevenement van Nederland, niet in de laatste plaats door de prestaties van onze landgenoot Max Verstappen. Maar dat wil niet zeggen dat de glitter en glamour meteen voor het oprapen liggen. Op weg naar het legendarische circuit moeten bezoekers zich eerst door de betonnen jungle van Zandvoort worstelen. Achter het station, waar zeemeeuwen op patat wachten, is een tijdelijke stalen loopbrug gebouwd. Daarachter ligt het Palace Hotel, tachtig meter hoog met kenmerken van het brutalisme.
Het hotel zit vol, zegt de receptioniste, ‘maar dat zitten we eigenlijk altijd in de zomer’. De mensen die werken bij viskar de Zeemeermin rollen met hun ogen als de Formule 1 ter sprake komt. Ze zetten zich al schrap voor de drukte. ‘We zijn blij als het maandag is’, klinkt het. Als snel mengt de klandizie zich met het gesprek. ‘Laat maar lekker komen hoor’, zegt een bewoner. ‘Hoe meer hoe beter.’ Gevraagd of zijn dorp ook is opgeknapt van het jaarlijkse raceweekend haalt hij zijn schouders op. ‘Ach … ze doen hun best.’
In economische zin is Zandvoort wel degelijk opgeknapt van de terugkeer van de Formule 1, zo blijkt uit een jaarlijks onderzoek van de Hogeschool van Breda in opdracht van de organisatie van de Grand Prix en de gemeente Zandvoort. De onderzoekers becijferen de directe inkomsten uit tickets, eten, drinken en souvenirs op een kleine €60 mln. De bredere economische impact van het evenement op de lange termijn is mogelijk nog vele malen groter, maar die blijft in de studie buiten beschouwing.
Het raceweekend gaat ook gepaard met een aanzienlijke grijze economie. Honderden Haarlemmers en Zandvoorters verhuren een kamertje op Airbnb. ‘We verdienen het driedubbele in zo’n weekend’, vertelt een verhuurder die op het punt staat een paar dagen te verkassen naar de camping, weg van de drukte.
En er zijn zaken die zich helemaal aan het zicht van de onderzoekers onttrekken. Een deel van de bezoekers koopt namelijk helemaal geen kaartjes, maar krijgt ze van een relatie. Achter de schermen stikt het van de hospitality-lounges waar bedrijven hun beste klanten uitnodigen. De prijzen beginnen bij €1350. Mensen laten zich graag fêteren tijdens de Formule 1. De meesten brengen acht uur door op het circuit.
‘Natuurlijk worden er dan contacten gelegd en deals gesloten’, zegt vastgoedondernemer en autoverzamelaar David Hart enkele weken voor de start van de Formule 1-race. ‘Sportevenementen zijn de enige legale manier om je klanten in de watten te leggen.’
Heineken heeft twee van zulke hospitality-ruimtes, één voor Heineken International in de paddock, een voor goede relaties uit Nederland in de fanzone. ‘We geven een zeer beperkt aantal VIP-kaarten uit’, vertelt marketingdirecteur Els Dijkhuizen. ‘Voor de meesten is het een bijpraatmoment. Al sluit ik niet uit dat er ook deals uit volgen.’
Naast zulke zakelijke onderonsjes in het raceweekend zelf, zijn er nog de economische effecten van de race in de rest van het jaar. Toeristen bezoeken het circuit zelfs in de winter. Ook zij drinken een biertje in het dorp dat ze kennen van de uitgebreide, wereldwijde, televisie-uitzending van de autorace, of ze happen een harinkje. Door het jaar heen vinden er op het circuit ook bedrijfsuitjes plaats, je kan een rondje over het circuit rijden in de race-simulator en er zijn tientallen race-evenementen, waarvan de F1 uiteraard met afstand het grootste is.
De Dutch Grand Prix heeft Zandvoort veel gebracht, is de overtuiging van sportief directeur Jan Lammers. Hij zou er wel wat meer credits voor willen ontvangen. ‘De regio heeft dit in de schoot geworpen gekregen’, zegt hij, en Zandvoort is opgebloeid. De WOZ-waarde van woningen schiet omhoog, er zijn nieuwe cafés en eettenten gekomen en permanente strandtenten. Racefans zien de kustplaats door de Grand Prix en zetten hem op het lijstje voor de volgende vakantietrip, gelooft Lammers. ‘Probeer maar eens een kamer te boeken in het voorjaar, dat valt echt niet mee.’
Of Zandvoort opgeknapt is door de Grand Prix durft Norbert Chevalier, commercieel eindverantwoordelijk voor het evenement, niet te zeggen. Wel ziet hij dat ook mensen die niet zo veel met de Formule 1 hebben, onder wie zijn vrouw, worden betoverd als ze eenmaal op het circuit geweest zijn. ‘Het is zo’n ongekend circus. Dat is echt uniek voor Nederland.’ Chevalier kan het weten. Zijn sportmarketingbureau organiseert wel meer grote evenementen, zoals golftoernooi KLM Dutch Open. ‘De Dutch Grand Prix is in alles het tienvoudige.’
Daar hangt wel een stevig prijskaartje aan. Hoeveel exact, is geheim. Naast een bijdrage aan Formula One Management (FOM) — schattingen lopen op tot enkele tientallen miljoenen euro’s per jaar — moet het complete circuit omgebouwd worden. Er komen extra uitgangen, extra tribunes, extra horeca en extra sanitair. Op het binnenterrein verrijst een compleet dorp van hospitalityruimtes, van instapmodelletjes die bier en bitterballen serveren tot de meest luxe arrangementen.
Gezien het grote succes van de Dutch Grand Prix en de forse economische impact is de toekomst van het evenement gegarandeerd, zou je zeggen. Maar zo werkt het niet bij de Formule 1. De kans is aanwezig dat Nederland zijn plekje op de racekalender in 2026 moet inleveren. Dat is bij de F1 doorgaans geen sportieve keuze, maar een financiële. En dat Zandvoort in 2023 uitgeroepen werd tot race van het jaar, betekent niet dat het dezelfde status krijgt als die andere badplaats: Monaco.
De Dutch Grand Prix moet ieder jaar weer het sommetje maken. Nagenoeg iedere concurrent op de kalender heeft een vangnet in de vorm van overheidssteun, maar de Dutch Grand Prix krijgt geen subsidie. 60% van de begroting komt uit ticketverkoop, 40% uit sponsoring. Volgens het jaarverslag was de totale omzet over de eerste twee races €137 mln. Daar bleef €9 mln winst van over.
Bron: FD