Forensenbelasting/toeristenbelasting: er komt lijn in de jurisprudentie

In het kader van deze column schreef ik in het verleden reeds: niet te kunnen begrijpen waarom het gedurende een periode van meer dan 90 dagen in een gemeente ter beschikking hebben van een tweede woning moest leiden tot een aanslag Forensenbelasting terwijl  het in dezelfde gemeente ter beschikking hebben van een stacaravan/chalet zou moeten leiden tot een aanslag Toeristenbelasting. In een zeer recente uitspraak oordeelde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat in beide gevallen inderdaad Forensenbelasting verschuldigd is. Daarmee lijkt in dit mysterie in ieder geval duidelijkheid te zijn gekomen. Toch zijn hiermee nog niet alle juridische problemen opgelost.

In mijn eigen adviespraktijk liep ik nog tegen de gemeente A aan. Door de gemeente A. werd tot en met het jaar 2018 met verve het standpunt verdedigd dat het in de gemeente ter beschikking hebben van een chalet/stacaravan moest leiden tot een aanslag Toeristenbelasting. Zonder dat iets in de sfeer van de verordeningen was gewijzigd beweerde de gemeente met even veel stelligheid dat met ingang van 1 januari 2019 geen Toeristenbelasting geheven moest worden doch Forensenbelasting. Op het verleden wilde men uiteraard niet terugkomen. Om pragmatische redenen werden de aanslagen Forensenbelasting daarbij opgelegd aan de exploitanten van de campings. Dit gebeurde zonder dat hiertoe door de belastingplichtigen expliciet of impliciet toestemming was verleend.  Vanaf den beginne heb ik daarbij verdedigd dat dit toch echt niet kon en keihard in strijd was met de wet. De aanslagen moesten naar mijn oordeel worden opgelegd aan de natuurlijke personen die de chalets/stacaravans in hun bezit hadden. De gemeente volharde in haar standpunt. In een recentelijke uitspraak heeft het Gerechtshof geoordeeld dat dit inderdaad niet kon en de aanslagen doen verminderen.

Omdat de gemeente kennelijk toch niet volledig overtuigd was van haar eigen gelijk heeft de gemeente lopende de procedure de personen die waren aangesloten bij het Toeristen Protest op 30 december 2022, derhalve 2 dagen voor het verstrijken van de 3-jaarstermijn  toch nog even getrakteerd op een  aanslag Forensenbelasting over het jaar 2019. De regelmatige lezer van mijn columns zal het niet verbazen dat ik ook op juridische gronden hier iets van vind. Ik concludeer dat circa 160 mensen die vanwege het gedurende meer dan 90 dagen in een kalenderjaar ter beschikking hebben van een chalet/stacaravan nu een aanslag forensenbelasting hebben ontvangen, terwijl ruim 1200 mensen die in volkomen identieke omstandigheden verkeren, een dergelijke aanslag niet hebben ontvangen. Naar mijn smaak staat het gelijkheids- en het zorgvuldigheidsbeginsel aan deze handelswijze van de gemeente in de weg. De gemeente had deze ellende ook heel simpel kunnen voorkomen door de aan de exploitanten van de campings opgelegde aanslagen tot nihil te verminderen en vervolgens aan alle belastingplichtigen een eigen aanslag op te leggen. De wijze waarop men het nu heeft opgelost is naar mijn stellige overtuiging tekort door de bocht. De toekomst zal leren hoe de rechter hier over denkt. In een toekomstige column zult u lezen hoe het afloopt.

 Heeft u naar aanleiding van deze column vragen of opmerkingen bel naar Hans de Willigen op 06-15851402 of mail naar hans@dewilligenadvies.nl.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *