De volgende generatie
In mijn dagelijkse praktijk verstrek ik niet alleen adviezen : hoe besparingen te realiseren zijn op het gebied van de WOZ, de toeristen- en/of de forensenbelasting maar begeleid ik ook veel ondernemers bij de overdracht c.q. de overname van hun (recreatie)onderneming. Soms gaat het hierbij om overdrachten/overnames in de familiair sfeer, soms aan/door werknemers of strikt willekeurige derden. Het zal daarbij niet verbazen dat bij die advisering niet alleen mijn achtergrond als fiscaal-jurist geweldig van pas komt maar ook mijn opleiding als mediator. Via dia laatste opleiding weet je door het stellen van de juiste vragen te achterhalen waar de belangen van partijen liggen, zodat je die vastzittende onderhandelingen toch weer los kunt wrikken. Eén van die fiscale faciliteiten die bij overdrachten binnen de familiaire sfeer vaak benut wordt is de BOR: de Bedrijfs Opvolgings Regeling.
De vraag is echter: hoe lang deze regeling nog bestaat? De staatssecretaris van Financiën verstrekte op 18 mei 2020 nog een notitie aan de Tweede Kamer met de titel: Bouwstenen voor een beter belastingstelsel. In de betreffende notitie wordt opnieuw geopperd de vrijstelling drastisch te verlagen naar 25% en de regeling bovendien te maximeren tot € 5.000.000. Gelet op die steeds serieuzer wordende geluiden om de BOR drastisch te beperken cq. misschien zelfs af te schaffen lijkt het mij gewenst als men de onderneming nog met toepassing van de BOR aan de kinderen wil overdragen niet te lang meer te wachten. Bij de toepassing van die regeling is het bovendien van essentieel belang het voortzettingsvereiste in acht te nemen. Kort samengevat komt dat voortzettingsvereiste er op neer dat de bedrijfsopvolger de onderneming na overname minimaal 5 jaar moet voortzetten. Het is volstrekt helder dat de voortzetter de onderneming dan niet kan verkopen, maar wat is de consequentie als een samenwerking met derden wordt aangegaan of nog ernstiger ten gevolge van Corona is sprake van een volstrekt onverwacht faillissement. Soms moet dan ineens ook nog schenkbelasting betaald worden. Dergelijke onverwachte heffingen kunnen de ellende dan nog veel groter maken. Het goede nieuws daarbij is dat die extra heffingen voorkomen kunnen worden door een herroepelijke schenking overeen te komen. Onder het motto: Voorkomen is beter dan genezen is het in de akte opnemen van een goede formulering daarvoor essentieel. In de praktijk kwam ik recentelijk ook weer zo’n geval tegen. De ondernemer in kwestie was door zijn accountant niet geattendeerd op één van de vele bestaande faciliteiten en een bedrag ad € 150.000 aan belastingheffing dreigde betaald te gaan, terwijl dit op volstrekt legale wijze voorkomen kon worden. De ondernemer in kwestie was uitermate verheugd dat we het tij nog konden keren.
Heeft u naar aanleiding van deze column vragen of opmerkingen: bel naar Hans de Willigen 06-15851402 of mail naar hans@dewilligenadvies.nl